donderdag 18 april 2013

Dag 39 15-03-2013


Vandaag is het vrijdag en vanavond hebben we onze 1e teambuilding activiteit. We gaan een bierpong-tornooi doen met heel de bende. Daarvoor gaan we samen met onze kok Revo een echt Belgisch diner maken: vol-au-vent met frietjes, omdat dit de vorige keer zo een succes was. Maarten zou voor de vol-au-vent zorgen en ik zou de frieten voor mijn rekening nemen. Omdat we hier ondertussen al met 14 zijn en we ook Anita en Katrien met haar familie hadden uitgenodigd, zou dit een serieuze karwei worden. Dus ik moest in het totaal voor 19 man aardappelen schellen. Maar ik ging het onaangename aan het aangename koppelen. Ik zette mij met een cola en een muziekje op het strand en begon aan mijn 2,5 uur durende schelmarathon. Ik was net op tijd klaar, want om half 3 werd ik terug verwacht in Bangwé om te gaan zwemmen met de jongens. Omdat iedereen bezig was, ging ik maar alleen. Want als niemand van ons gaat gebeurd er gewoon niets. Gelukkig gingen er nog 2 Afrikaanse studenten die ook in Bangwé wonen mee zwemmen. Het gedacht erachter is dat de studenten de gehandicapten kunnen helpen in hun dagelijkse taken. In werkelijkheid trekken de studenten zich bitterweinig aan van de gehandicapten. Ik heb zelf verschillende malen gezien dat de studenten op de kinderen slagen. Ik heb dan iedere keer gezegd dat ik dat niet wil zien en dat er andere manieren zijn. Maar het zit hier zo in hun cultuur ingebakken dat het nog een grote taak zal zijn dit te verhinderen. Toch zal ik hier op blijven hameren, want dit strookt helemaal niet tegen mijn gedachtegang. Ik zie dat dit probleem groter is dan dat ze zelf beseffen. Het begint allemaal in de lagere school, straffen doen ze hier met de stok. De kinderen groeien dus op met het gedacht als ik iets fout doe krijg ik stokslagen. Ze nemen dit dus mee. Zo gaf ik enkele dagen geleden les in Mandoleo. Er waren ook enkele kinderen van buitenaf. Toen 1 van de iets jongeren kinderen ( 10 jaar) wat te veel aan het praten was nam plots een iets ouder kind ( 12 jaar ) een stok en sloeg zonder iets te zeggen dit kind. Niemand van de kinderen keek hier van op. Zelf het geslagen kind vond dit de normaalste zaak. Dit was één van de eerste keer dat ik echt een cultuurschok kreeg. Toen ik naar hier vertrok had ik mij goed voorbereid op de cultuurverschillen. Ik heb ook een karakter dat ik snel iets van mij kan afzetten, maar toen dit ene kind het andere sloeg was ik echt geshockt. Dit bewijst nog maar eens dat dit gewoon sociaal aanvaard is. En zo heb ik nog 10-tallen voorbeelden gezien. Ik heb soms ook wel te doen met de studenten. 3 uur zwemmen met de gehandicapten is zeer vermoeiend, ik ben steeds stik kapot. En de studenten leven dag in dag uit bij deze jongeren. Ik voel ook steeds meer en meer dat ik niet ben opgeleid om met deze gehandicapte jongeren te werken. Ze hebben hier dringend nood aan degelijke sociale helpers. Wij als leerkrachten hebben het zeer moeilijk om gepaste activiteiten te vinden op maat van deze jongeren. Met de jongeren met het syndroom van down kunnen we nog vrij goed communiceren. Maar er zitten
ook jongeren bij die precies weg zijn van de wereld. Hier hebben wij het zeer moeilijk mee, ze hebben ons nooit geleerd hoe we met deze jongeren moeten omgaan. Ook de Afrikaanse begeleiders hebben nooit iets van opleiding gehad en dus ook zei weten totaal niet hoe ze met deze jongeren moeten omgaan. Ze grijpen dan ook meteen terug naar de enige manier dat ze kennen “slagen”. Het probleem is dus dat ik ze ook niet de juiste manieren kan aanleren omdat ik hier zelf niet ben voor opgeleid. Na het zwemmen liep ik naar huis om dit even allemaal van mij af te zetten. Thuis was alles al in gereedheid gebracht voor ons feestmaal. Het werd een zeer gezellig diner met zeer lekkere frietjes ;). Nadien hebben we ons met z’n allen verkleed per team en hebben we een te vet bierpong-tornooi gespeeld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten